2400km fietsen in 20 dagen om geld op te halen voor onderzoek naar MS

Twee lange trainingstochten

Over zes weken is het al zover! Dan ben ik onderweg naar Spanje, op de fiets en hopelijk heb ik dan hetzelfde weer als wanneer ik nu deze blog schrijf. Zon en wind uit het noorden. Het is een frisse wind, maar als je richting het zuiden fietst is dat helemaal niet erg. Net zoals ik afgelopen weekend door België naar Roosendaal fietste. Toen had ik ook de wind in de rug. Maar eerst zal ik vertellen over de fietstocht van vorige week.

Op zondag 23 maart zouden we eigenlijk met een groepje rond het Grevelingenmeer gaan fietsen. Deze tocht ging helaas niet door, maar omdat ik toch veel kilometers wil fietsen heb ik met een fietsvriend afgesproken om hier in de buurt een ronde te maken.

We spraken af bij het station in Middelburg. Op weg naar het station kwam ik al meer wielrenners tegen dan in heel januari en februari bij elkaar. Alsof ze ineens uit hun winterslaap zijn gekomen en massaal op de fiets zijn gestapt. Het was schitterend weer en een graad of 15, maar er stond ook een flinke bries. Dat merkten we de eerste 40 kilometer want we fietsten richting de Zak van Zuid Beveland tegen de wind in. De fruitbomen stonden nog niet in bloei maar het was toch prachtig fietsen over de dijken en op plekken waar wij als Walchelanders niet iedere dag komen zoals Ellewoutsdijk, Oudelande en Abbekinderen.

Na 40 kilometer fietsten we richting Wemeldinge. Met wind in de rug ging het lekker en het gemiddelde mocht er ook wezen. Helaas was de houder van mijn  navigatie bij Nieuwdorp al kapot gegaan waardoor ik de route niet wist en ook niet hoe hard we aan het fietsen waren. Fietsvriend was behoorlijk goed in navigeren dus dat bleek uiteindelijk geen enkel probleem te zijn.

De bolus en cola in Wemeldinge smaakte prima. Het was een uur of 12, de zon scheen heerlijk en van de wind hadden we ook geen last. Totdat we weer op de fiets stapten en met de wind schuin tegen terug naar huis fietsten. Het was erg druk langs de Oosterschelde. Er waren zelfs al wat mensen die het nodig vonden om te gaan zwemmen! Als koukleum zijnde kan ik me er niets bij voorstellen, maar het schijnt nog goed voor een mens te zijn ook.

Fietsvriend kreeg wat last van zware benen. Ik voelde me eigenlijk nog heel goed na 80 kilometer dus vond het niet erg om voorop te rijden. Achter elkaar fietsten we over Wolphaartsdijk naar huis. We kwamen langs Veere, maar ik fietste nog even mee naar Middelburg. Samen uit samen thuis! Het waren een prachtige 115 kilometer en het mooiste was nog wel dat ik me helemaal niet moe voelde. Heerlijk als al het trainen zijn vruchten begint af te werpen.

Met de sterke benen en het getankte zelfvertrouwen begon ik zaterdag aan de rit naar Roosendaal. Ik wilde deze rit al een paar jaar rijden maar ik vond mijn conditie steeds niet goed genoeg. Het is immers 137 kilometer. Maar nu zou het er van komen. Ik stapte, iets te laat naar mijn zin, op de fiets richting de Westerschelde Ferry met twee boterhamzakjes in mijn linkerhand. Op het jaagpad had ik flink wind tegen, maar ik wilde de boot niet missen. Zeker omdat de winterdienstregeling nog van toepassing is en als ik een uur moest wachten zou ik niet op tijd in Roosendaal zijn voor het avondeten.

Gelukkig was ik op tijd. Ik kocht een kaartje en kreeg er een gratis stroopwafel bij, superlekker! De boterhammen at ik op de boot op en voor ik het wist waren we bij Breskens. Ik maakte mijn fiets los van de beugels, fietste langs Schoondijke en IJzendijke en bij Watervliet passeerde ik de grens. België! Het land van friet en bier, van oude boerderijtjes en palen met stroomkabels boven de grond, van slechte wegen en het land dat gek is van fietsen. Het avontuur was begonnen!
Via Boekhoute fietste ik naar Assenende. Van slechte fietspaden was geen sprake. Vaak waren er überhaupt geen fietspaden maar mag je gewoon op de weg fietsen waar iedereen hard voorbij je rijdt. Toch waren de wegen behoorlijk goed en stoppen de meeste mensen netjes als het niet gaat. Daarnaast verlenen Belgen bijna altijd voorrang aan fietsers daar waar het helemaal niet nodig is. Erg hoffelijk! Daar kunnen wij als Hollanders nog wat van leren…

Via Zelzate fietste ik over een lang fietspad naar Antwerpen. Deze fietssnelweg is zo’n 35 kilometer lang en omdat ik de wind in de rug had dacht ik hier heerlijk door te kunnen trappen. Helaas werd deze fietssnelweg wel iedere kilometer onderbroken door een doorgaande straat waar het verkeer voorrang had waardoor het meer een intervaltraining werd. Het was desalniettemin prachtig fietsen en voor ik het wist was ik al in Antwerpen. Op een gegeven moment gaf mijn navigatie aan dat ik door de schelde heen moest. Hier zou dus het Sint Annatunneltje moeten zijn. Ik kon het niet vinden, maar een paar locals wezen me de weg nadat ik een foto had geschoten van de prachtige skyline. Deze kant van Antwerpen had ik nooit eerder gezien, het zag er prachtig uit!

Om de tunnel in te komen moest ik eerst met twee oude roltrappen naar beneden. Ik waande me 60 jaar terug in de tijd. De tunnel was nog best lang, gelukkig mocht je er stapvoets fietsen, en eenmaal aan de overkant ging ik weer met twee roltrappen omhoog. Toen ik buiten stond zat ik meteen in hartje Antwerpen. Dat ik hier niet eerder van had gehoord?! Het was een leuke belevenis en na 95 kilometer had ik inmiddels wel trek gekregen. Maar ja, het was ook al 16:00 en ik zou voor het avondeten in Roosendaal zijn, zo’n 40 kilometer verderop. Ik besloot gauw een gelletje te nemen en op de pedalen te gaan staan. Want omdat ik nu naar het noorden fietste kreeg ik de wind van voren.

Nu begonnen de kilometers toch wel te tellen. Het gelletje werkte goed, maar niet lang genoeg om het makkelijk te halen. Mijn snelheid viel steeds verder terug, ik moest steeds vaker stoppen en tot overmaat van ramp viel mijn navigatie 3 kilometer voor Roosendaal uit. Omdat ik uit een andere richting kwam wist ik de weg niet goed waardoor ik via Google Maps alsnog op mijn bestemming aankwam. Ik was moe, had honger (en dorst) maar ik was wel op tijd!

Na een zalige koude cola stond ik onder de douche terwijl er friet werd gehaald. Het smaakte me allemaal enorm goed en na een uur was ik weer helemaal boven Jan. Het was een heerlijk mini avontuur geweest! Op deze dagen weet ik weer waarom ik het nog steeds leuk vind om te fietsen. Je komt snel op veel verschillende plekken, en toch heb je de tijd om de omgeving goed in je op te kunnen nemen. En fiets je in het buitenland dan is het helemaal feest met al die leuke bordjes, slaperige dorpjes en soms een strook met kinderkopjes/kasseien.

De fiets is in orde. De benen zijn ook in orde. Het weer begint mee te werken en over zes weken is het al zover. Ik ben er klaar voor, en dat is een heerlijk gevoel om de tocht straks mee te starten!

About the Author

One thought on “Twee lange trainingstochten

  1. Wat een leuk en spannend verslag Martijn en dan nog maar niet te spreken over de mooie en humoristische foto’s!
    Succes hoor…omi Boes

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

You may also like these